Het is een klassiek scenario in de menselijke interactie: we observeren, vormen een mening, en soms, als we eerlijk durven zijn, vellen we een oordeel. Vooral wanneer we kijken naar situaties die (nog) buiten onze eigen directe ervaring liggen. Een fenomeen dat ik vaak zie – en misschien herken je het zelf ook – is de blik van jongere mensen op het ouderschap, voordat ze zelf de geneugten van het ouderschap hebben mogen ervaren.
Ze zien ouders die soms toegeeflijker zijn dan de 'opvoedingsregels' voorschrijven. Een driftbui in de supermarkt die met een snoepje wordt gesust. Een avond langer opblijven dan 'goed' is. Een knuffel na een duidelijke overtreding. En dan klinkt het resoluut: "Amaai, als dat mijn kind zou zijn, het zou niet waar zijn!" De principes zijn helder, de grenzen strak in theorie.
En dan… dan overkomt je het leven. De dag dat ze zelf een klein mensje in hun armen houden, een wezentje dat volledig afhankelijk is van hun liefde en zorg. En plots, op een onverklaarbare manier, verschuift er iets fundamenteels. Diezelfde mensen die zo overtuigd waren van hun theoretische aanpak, blijken in de praktijk vaak een stuk milder, een stuk toegeeflijker dan de voorbeelden waar ze ooit zo fel op reageerden. Die strenge 'zou niet waar zijn'-houding smelt soms als sneeuw voor de zon.
Waarom deze transformatie? Omdat de liefde voor een eigen kind een dimensie toevoegt die je moeilijk kan vatten vanop de zijlijn. Het is een diepe, instinctieve band die prioriteiten verschuift, perspectieven verandert en je soms doet reageren op manieren die je nooit voor mogelijk had gehouden. Het is niet langer een 'regel' of een theorie, maar een echte ervaring van het dagelijks leven.
En hier ligt een belangrijk inzicht, dat verder reikt dan alleen het ouderschap. We zijn soms zo verstrikt in ons eigen proces, in onze eigen levens en overtuigingen, dat we vergeten dat ervaring een onzichtbare brug bouwt naar begrip. Wat voor ons logisch en helder lijkt vanuit onze huidige situatie, kan een compleet andere lading krijgen wanneer we zelf door een vergelijkbaar scenario gaan.
Dit wordt pijnlijk duidelijk in gesprekken waarbij iemand die een bepaalde levenservaring niet deelt, toch meent te kunnen oordelen over de gevoelens van een ander. Neem die situatie waarin een ouder, een anekdote deelt over iets wat ze hebben meegemaakt met hun kind. Iemand van dezelfde generatie, die om welke reden dan ook geen kinderen heeft, reageert met een eigen inzicht dat best wel relevant is. Toch reageert die ouder met de woorden: "Ja maar jij kan dat niet begrijpen, want jij hebt geen kinderen."
Die opmerking, hoe goedbedoeld ook, kan heel hard aankomen. Niet enkel omdat die persoon misschien ongewild kinderloos is, maar ook omdat er wordt geoordeeld dat die persoon zonder kinderen niet in staat is zich te verplaatsen in de levenservaring van iemand mét kinderen. Alsof je een fundamentele vorm van empathie mist. Dit hoeft niet telkens benoemd te worden, laat staan dat dit doordeel terecht is.
De realiteit is dat begrip zelden voortkomt uit identieke ervaringen, maar juist uit de bereidheid om onze eigen ervaring aan kant te zetten en oprecht te luisteren naar het verhaal van de andere, zonder oordeel. Het vergt een nieuwsgierigheid om te vragen in plaats van te veronderstellen. "Hoe voelt dat voor jou?" is een veel krachtigere reactie dan een overtuiging "Ik weet hoe dat zit."
Zelfzorg leert ons om met compassie en begrip naar onszelf te kijken, onze eigen oordelen te bevragen. Diezelfde mildheid en nieuwsgierigheid mogen we ook voor anderen hebben.
WE ZIJN TENSLOTTE ALLEMAAL UNIEK